
De zon stond hoog aan de hemel en brandde op mijn huid terwijl ik mijn weg vond door de levendige markt in Ouagadougou, Burkina Faso. De geur van rijpe tomaten en vers gesneden kruiden zweefde in de lucht, vermengd met het geroezemoes van handelaars en het gelach van vrouwen die met stevige handen hun koopwaar rangschikten.
Mijn ogen dwaalden langs de kleurrijke tafels, houten staketsels volgestapeld met komkommers, paprika’s en glanzende tomaten. Tot mijn blik bleef hangen bij een vrouw. Een vrouw met een open blik en een energie die sterker leek dan de zon. Zelfverzekerd, stralend, verwelkomend.
Ze groette me hartelijk, haar stem klonk als iemand die me al jaren kende. Ik koos een paar tomaten, enkele komkommers, een handvol limoenen. Ze pakte ze zorgvuldig in, in een plastic zakje. Zoals ze hier alles inpakken. Ze keek me aan en glimlachte. Toen, zonder aarzeling, legde ze er nog wat extra bij.

"Linga." Niet afgemeten, niet berekend, maar gewoon gegeven.
Een extra tomaat, een extra komkommer. Een gebaar dat zegt: er is genoeg, ik geef je graag iets extra, want er is niets mooier dan gewoon te delen.
Ik bleef nog even staan en keek hoe ze haar waren aanprees aan de volgende klant. Altijd met dezelfde warmte. Altijd met iets extra. Want zo werkt het hier.
“Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief.”
2 Korintiërs 9:6-7
Hier, op deze markt in Burkina Faso, zag ik dat vers tot leven komen.
Ik voelde iets in mezelf verschuiven, er kwamen gedachten in me los.
God nodigt ons uit om met open handen te leven. Om te geven zonder angst, zonder terughoudendheid. We leven in overvloed. Onze huizen zijn gevuld, onze agenda’s overvol, onze tafels rijkelijk gedekt. Maar geven we ook overvloedig?
In Burkina Faso krijg je een beetje extra, omdat delen hier vanzelfsprekend is. Maar bij ons? We tellen af, meten af, zorgen dat we precies genoeg hebben—niet te veel, niet te weinig. We zijn gewend geraakt aan zekerheid, aan grip. Maar wie zaait in overvloed, zal ook overvloedig oogsten.

Mijn papa zei altijd: "Bezit als onbezittende"
We omarmen onze luxe en voelen ons misschien van alle kanten gezegend, maar durven we te bezitten als onbezittenden? Durven we los te laten, te geven zonder terughoudendheid? Of klampen we ons vast aan wat we hebben, bang om tekort te komen?
God legde op mijn hart om elke vorm van luxe niet als vanzelfsprekend te zien.
Om dankbaar te zijn voor wat ik ontvang, maar het daar niet bij te laten.
Want luxe is geen recht. Luxe is een kans om te delen.
Alles wat we krijgen, is bedoeld om door te geven.
Mijn huis is niet enkel voor mij. Het mag een warm thuis zijn voor anderen.
Mijn auto brengt me waar ik moet zijn, maar laat het een middel zijn om anderen verder te helpen.
Mijn financiën geven me zekerheid, maar zijn er niet om vast te houden. Ik wil geven, gewoon geven.
Mijn creaties wil ik delen. Wat ik creëer, is er om anderen tot zegen te zijn.
Want ik ontvang zoveel.
Hoeveel meer kan ik dan geven?
Vrijgevigheid is een houding
Vrijgevigheid is geen optelsom, geen berekening. Het is een houding. Geven zonder aarzeling. Een beetje extra, omdat het kan. Misschien kunnen we vandaag een beetje meer linga in ons leven brengen.
Waarin kun jij vandaag vrijgevig zijn?